Bij de diensten

Bij de ochtenddienst
In deze dienst gaat dominee A. Visser uit Harderwijk voor. Een zekere (Antonius) Felix (=’de gelukkige) heeft in verband met zijn pensioen of overplaatsing het stadhouderstokje over Judea aan zijn opvolger (Porcius) Festus overgedragen. Wijschrijven het jaar 60 na Christus. De apostel Paulus zit dan al twee jaar in voorarrest of soort van. Hij heeft zich beroepen op de keizer. Maar dan moet er van die lagere overheid (stadhouder) wel een begeleidende brief zijn met een verklaring waaróm zo iemand -als romeins burger- zijn zaak aan de keizer wenst voor te leggen. Meneer Felix was daar niet goed uitgekomen en dus gaat het dossier mét man bij de overdracht automatisch naar de nieuwe stadhouder over. ‘Nou en’? zegt iemand misschien. ‘Wat moet ík daar vandaag mee? Die bijbelschrijver zal het verhaal niet uit zijn duim gezogen hebben (Luk1: 1-4; Hand 1: 1-3), maar dan nog…’. Zo kun je wel eens wat moeite hebben met een bepaalde tekstkeuze. Hoe relevant is wat toen en daar tweeduizend jaar geleden plaats vond, voor vandaag? Voor ons persoonlijk ook? Het is mijn verlangen én gebed, dat het in de preek niet alleen over ‘toen en daar’ gaat, maar dat wij allen ‘in het verhaal getrokken worden’. Op zo’n manier, dat wij ons persoonlijk gezien, gehoord en gekend zullen weten door de hoofdpersoon in deze geschiedenis: de levende, opgestane Heer Jezus Christus!
Goed om zelf nog -ter voorbereiding- de hoofdstukken 25 en 26 uit de Handelingen te lezen. Tijdens de dienst (Schriftlezing) zullen we slechts enkele gedeelten daaruit lezen: Hand. 25: 1-4; 18 en 19. Hand. 26: 6-18 en 24-32. Het thema voor de preek is gekozen naar aanleiding van de woorden van Festus in 25,19: Een zékere Jezus. Geen Jezus ‘op afstand’ dus, maar een Jezus die naar je toekomt, je persoonlijk aanspreekt en je vervult met passie om Zijn missie in de wereld te volbrengen.

Bij de avonddienst
Ds P. Molenaar (die op het rooster stond) heeft zijn beurt terug gegeven. We zijn dankbaar dat we een vervanger hebben kunnen vinden in de persoon van ds. L. Wüllschleger uit
Ermelo. De tekst is uit Jeremia 32.

Start typing and press Enter to search