Doop en avondmaal
In de protestante kerken kennen wij twee sacramenten, namelijk Doop en Avondmaal. Sacramenten zijn gewijde handelingen, die door Christus zijn ingesteld. Naast de Bijbel zijn de sacramenten gegeven om Gods openbaring, en ons geloof daarin, te versterken.
Doop
Bij de doop belooft God dat Hij onze Hemelse Vader wil zijn. Hij legt als het ware Zijn Hand op ons voorhoofd en zegt: ‘Je bent van Mij’.
Jezus gaf in Matteus 28 (vers 19) de volgende opdracht:
16 De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen had onderricht, 17 en toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. 18 Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. 19 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20 en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
Al eeuwen volgen kerken deze opdracht uit. In de loop van de eeuwen dat de Sint Joriskerk bestaat zijn er al duizenden en duizenden mensen gedoopt!
In de St.-Joriskerk worden voornamelijk baby’s gedoopt. Soms worden er ook volwassenen gedoopt omdat zij christen zijn geworden en als kind niet gedoopt zijn. Onder de preekstoel staat een doopvont . Dat is een stenen bak met water. Het dopen vindt plaats tijdens een zondagse kerkdienst. De predikant leest het doopformulier voor waarin staat wát de doop inhoud. Het formulier eindigt met vragen waar de ouders (óf de dopeling als hij/zij volwassen is) antwoord op geven. Na dit antwoord gaan de ouders met de dopeling bij de doopvont staan waar de predikant tijdens het spreken van de tekst: Ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, drie keer water over het hoofd van de dopeling sprenkelt. Na het dopen spreekt de predikant een zegen uit over de dopeling en zingt de gemeente de dopeling met ouders een zegen toe.
Avondmaal:
Jezus gaf in Lucas 22:17 t/m 20 de volgende opdracht:
17 Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en zei: ‘Neem deze beker en geef hem aan elkaar door. 18 Want ik zeg jullie: vanaf nu zal ik niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot het koninkrijk van God gekomen is.’ 19 En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ 20 Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
In een zondagse eredienst staat de gemeente stil bij het feit dat Jezus voor ons aan het kruis gestorven is. Op die manier heeft Hij de straf die wij, mensen, verdiend hebben op zich genomen. God heeft geen robots geschapen. Toen Hij Adam en Eva, de eerste mensen, schiep gaf Hij ze voldoende te eten en te drinken. Ze mochten van alle bomen eten op één na: de boom van kennis van goed en kwaad .
Genesis 2:16 t/m 17: 16 Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’
Genesis 3: 1 t/m 7: 1 Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ 2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ 4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’
6 De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren.
Deze hoogmoed zorgde ervoor dat er een kloof tussen God en de mensen kwam. God straft de slang en geeft aan dat er Één Mens zou komen (het zaad van de vrouw) die de satan zal overwinnen.
Genesis 3:14 t/m 15: 14 God, de HEER, zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. 15 Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’
Jezus is die Mens. Door Zijn dood én opstanding uit de dood heeft Hij satan overwonnen, heeft Hij de straf gedragen die wij verdienden.
Vlak voor Zijn dood vraagt Hij aan ons om Zijn lijden en sterven te gedenken door brood te breken en daar een stukje van te eten waarbij wij aan Zijn gebroken lichaam denken én wijn te drinken waarbij wij aan Zijn vergoten bloed denken.
De eerste mensen werden door satan in verleiding gebracht en konden de verleiding niet weerstaan.Genesis 3: 1 t/m 7: Deze hoogmoed zorgde ervoor dat er een kloof tussen God en de mensen kwam. God straft de slang en geeft aan dat er Één Mens zou komen (het zaad van de vrouw) die de satan zal overwinnen.Genesis 3:14 t/m 15: Jezus is die Mens. Door Zijn dood én opstanding uit de dood heeft Hij satan overwonnen, heeft Hij de straf gedragen die wij verdienden.Vlak voor Zijn dood vraagt Hij aan ons om Zijn lijden en sterven te gedenken door brood te breken en daar een stukje van te eten waarbij wij aan Zijn gebroken lichaam denken én wijn te drinken waarbij wij aan Zijn vergoten bloed denken.
Als er avondmaal gevierd wordt in de kerk (4x per jaar) staat er midden in de kerk een lange tafel met een wit tafellaken. Op de tafel staan dan één wijnkan, vier bekers en vier (brood) schalen. De predikant leest het avondmaalsformulier voor.
Hij nodigt vervolgens de gemeenteleden, die openbare belijdenis van hun geloof gedaan hebben, uit om aan tafel te komen.
Vervolgens breekt hij een stukje brood en spreekt de volgende woorden uit:
‘Het brood dat wij breken is de gemeenschap aan het lichaam van Christus.’
Hij laat de schalen met brood rondgaan.
Als de predikant de beker met wijn neemt zegt hij:
‘De drinkbeker van de dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is de gemeenschap aan het bloed van Christus.’
Hij laat dan de drinkbekers rondgaan.
Na afloop gaan de gemeenteleden weer op hun plaats in de kerk zitten, zal er een (stil) dankgebed zijn en dankt de predikant God dat we als gemeente het avondmaal mochten vieren.